Elkaar vergeven en elkaar zegenen staan dicht bij elkaar. Als vergeving onmogelijk lijkt, is er nog wel de mogelijkheid tot zegening, als een soort bruggetje om dingen in het licht te zetten. In de voorstelling “Kindervuur” eindigen we met de zegen van de Essenen, het volk waaruit Jezus is geboren:
Moge het licht jou omstralen
en ín je stralen
en je vervolmaken
tot het kind van het licht
dat je was
bent
en altijd zult zijn
April 2020 schreef ik over het boek ‘De zachte kracht van zegening’ van Pierre Pradervand.
Op de achterkant van het boek staat een samenvatting: ‘Iemand zegenen betekent dat je op een totale, onvoorwaardelijke manier het goede wenst voor iemand, vanuit het diepst van je hart. Als je de zachte kracht van de zegening gaat beoefenen, ben je minder geneigd te blijven hangen in oordelen en frustraties jegens anderen…’
Iemand anders zegenen is vaak gebruikt als middel om diegene alsnog te dwingen tot ‘beter’ gedrag en te laten zien hoe goed jij dan zelf bent in relatie tot die ander. Dat voelt als een ‘bevuilde’ manier van zegenen. Mensen, die op die manier worden gezegend (en dat is vaak gebeurd in kerkelijk verband), gaan terecht in de weerstand en lopen er boos van weg. Het voelt schijnheilig.
Alles komt in deze tijd aan het licht. En omdat de schaduw groot en lang is, voelt het als een puzzel. Het is niet goed te onderscheiden of het nu ochtend is of avond…. Of de zon opkomt of ondergaat…of het een einde is of een nieuw begin… een Genesis of een Apocalyps…
En daar sta ik dan met m’n Esseense zegen…
Eerlijk gezegd zijn er heel wat mensen, dichtbij en ver weg, die ik met deze zegen zou willen bombarderen…. Dus nog meer schaduw in de wereld van schaduw en licht! Niets menselijks is mij vreemd. Ik vraag me af hoe ik in godsnaam van A naar B kom, van schaduw naar licht …. weg uit deze conflicten en dualiteiten….
En dan is er in de voorstelling ‘Kindervuur’ het lied “En God zag dat het Goed was”, en direct daarna een klankmeditatie met als grondtoon ‘vergeving en vertrouwen’.
In het lied omarmen we alles wat er is aan licht en schaduw, en in de klankmeditatie nodigen we zonder woorden uit om te vergeven en te vertrouwen.
Als mysterietheater werkt het! Moeiteloos maken we de overgang. We hoeven niet na te denken hoe deze weg van A naar B is. Er is geen weg. Het is een overgang, buiten ruimte en tijd, en we kunnen het kennelijk!
Ik vond in het boek “Alchemie en Mystiek” van Alexander Roob een afbeelding van een Labyrint. Bij de afbeelding staat de naam van Dionysius Andreas Freher (1649 - 1728), een christelijk mystiek en alchemistisch schrijver, en de volgende tekst (vertaald):
“Tot het ene kom je niet met een sprong. En ook niet zonder dwalingen....”
Ons denken is doordrenkt van deze overtuiging dat we ‘een weg moeten gaan’. En als er dan onverwacht een transformatie is zonder ‘een weg’ er naar toe, gaan we naarstig op zoek naar een verklaring. En alles wat we daar over zeggen, doet afbreuk aan de ervaring.
Ik ben dol op de Star Trek series op TV. In de serie Star Trek Discovery wordt een sporen-aandrijving geïntroduceerd voor de ruimteschepen. Met deze aandrijving is het mogelijk om onnoemelijk lange afstanden in één sprong te overbruggen. Dit is voor mij geen sciencefiction. De schrijvers van deze verhalen pakken (bewust of onbewust) een draad op uit een dimensie buiten ruimte en tijd. En zij zetten het in een sciencefiction verhaal. Zo is het verteerbaar.
In gesprek met Aerlim (2007-2014) heb ik aan den lijve gevoeld hoe instant-transformatie in realiteit werkt. In deze tijd moeten we m.i. die sprong maken. We doen het in essentie altijd al, we kunnen het en het mag bewust! Zo nestelen we ons bewustzijn op een plek voorafgaand aan de schepping en in deze bron geeft elke stap (nieuwe) grond. Hoe meer we het bewust doen, hoe gewoner het wordt.
Vandaaruit is alles vergeven.