De geest krijgen (Pinksterfeest)
Pinksteren, het mooiste feest in het christendom. Na hemelvaart is er nog dit. Het stopt niet bij ascentie. We stijgen niet alleen op, er komt ook nog weer iets naar beneden. We krijgen de geest….! En het is een geest met een universele taal, die ons herinnert aan eenheidsbewustzijn en onze essentie als spiritueel wezen.
Meestal wordt ascentie gezien als een ultieme gebeurtenis in de ontwikkeling van bewustzijn. Daaraan voorafgaand ontvangen we de Geest. In het bijbelverhaal is het omgekeerd. Na de hemelvaart is het indalen van de Geest het ultieme moment. Het gaat uiteindelijk om de mensen en de aarde. Uit de mond van een kind: ‘het is het geest-feest van alle mensen’.
Pinksteren is het feest van ontvangen en doorgeven, de energie laten stromen. Marinus Knoope schrijft in zijn boek ‘de creatiespiraal’ dat dat de moeilijkste stap is: ontvangen. De opdracht is hier om volop te genieten van het behaalde succes, en het nog groter te maken door het te blijven doorgeven.
Vandaag, een prachtige zonovergoten Pinksterdag. Er is een innige stilte in mijn tuin. Het diepe besef dat Pinksteren gaat over ‘ontvangen’. In mijn hoofd klinkt dat liedje van vroeger:
Heer! Ik hoor van rijke zegen, die Gij uitstort keer op keer;
laat ook van die milde regen, dropp'len vallen op mij neer;
ook op mij, ook op mij, dropp'len vallen ook op mij.
Ik lees op dit moment het laatste boek van Peter Toonen ‘Opgesloten in een piramide’.
In de jaren 90 was Peter één van mijn leraren op het Centrum voor Intuïtieve en Creatieve ontwikkeling (CICO) in Utrecht. Zijn lessen waren liefdevol, wijs en met veel humor. Ik genoot er van. Aan het begin van de lessen was er ruimte voor het delen van ervaringen. Ik vertelde een droom, hoe ik mijn moeder in de wasmachine had gedaan en ik heel kalm op een krukje voor de machine zat te kijken hoe zij ronddraaide en alles werd schoon gewassen. Een prachtig beeld hoe de relatie met mijn moeder schoon werd van al het moeder-dochter-gedoe en tevens de meegekregen voorouderverwarring ophelderde. Mijn onderbewustzijn had het perfecte beeld gevonden en we konden er smakelijk om lachen.
Later was zijn kennis van de Maya-cultuur mede een bron van inspiratie voor mijn teksten en muziek.
En nu dit boek, waarin hij zorgvuldig de menselijke geschiedenis onderzoekt. Ik zie hoe hij de aard van de muren en grenzen verkent en geen blad voor de mond neemt. Hij spreekt zich uit en noemt zichzelf een vrij-spreker. Er is uiteindelijk maar één Waarheid, met tig menselijke interpretaties. Centraal staat de uitspraak van de theoloog Teilhard de Chardin (1881-1955): “We zijn geen mensen die een spirituele ervaring hebben, we zijn spirituele wezens die een menselijke ervaring hebben”. Dit geluid hoor ik steeds meer om me heen.
In de AOW







