In de jaren 90 gebruikten we in de intuïtieve trainingen het zinnetje ‘tot het hoogste goed’, juist ook om de goede bedoelingen van ons energiewerk te benadrukken en in het besef dat we niet alwetend waren over het uiteindelijk effect.
We gaven het over aan ‘supreme being’, het wezen met een breder overzicht, buiten of in onszelf (dat deed er niet zoveel toe). De mentale houding was vergelijkbaar met het Bijbelse ‘uw wil geschiedde’. Ik herinner me nog de sessies met een terminaal zieke buurvrouw en hoe gelukkig zij was toen zij door het energiewerk haar doopnaam weer herinnerde en ik die voor haar kon uitspreken. Hoe tijdens de sessies haar hond op mijn voeten ging liggen en zo mee hielp om de energie te gronden. Dat voelde als het hoogste goed.
Als ik om me heen kijk, zie ik mensen die oprecht het beste voor hebben en er ook het beste van weten te maken. Zij doen dat dwars door het kabaal heen van de mensen die het hoogste goed in pacht denken te hebben en het van de daken schreeuwen uit arrogantie of uit wanhoop…..’het hoogste goed’ wordt zo naar beneden gehaald, de zwaartekracht in, om ergens tégenaan te kunnen gaan. Ik ben niet vies van protesteren, maar het blijft moeilijk in te schatten wat 'de goede zaak’ is.
Op 1 november j.l. citeerde ik Mirabai:
“Verzamel je last in een mandje in je hart, zet dat aan de voeten van de Moeder en zeg: ‘Neem dit aan, Grote Moeder, want ik kan deze puinhoop niet meer aan. Vervolgens kruip je op haar brede schoot, nestel je je tegen haar brede boezem en doe je een dutje. Als je wakker wordt, staat het mandje er nog steeds, maar de helft van wat er in zat, is weg. En de andere helft lijkt niet langer meer een vreselijk gemeen verhaal.”
In plaats van ‘uit mijn dak te gaan’, ga ik hier slapen en vertrouw op het proces van de zachte krachten, om daarna weer ergens in méé te kunnen gaan.
Het fascineert mij nog steeds: die eerste foto in de jaren 60, vanuit de ruimte, planeet Aarde vol en rond in beeld, als één geheel, geen grenzen tussen landen…
Natuurlijk zit dat beeld al vanaf de schepping in ons bewustzijn. De natuur-volks-mensen, de sjamanen, de oermoeders, onze voorouders, maakten in dromen bewust reizen en met hen ‘zien’ wij vanuit de ruimte en door meerdere dimensies, los van de zwaartekracht. Onze essentie kent de beelden.
De verleiding van de zwaartekracht is groot. We laten ons er iedere keer weer in vallen. Het getuigt van moed én vertrouwen. Geboorte en dood, begin en einde, het ritme van de tijd als troost en genade.
In die zwaartekracht maken we onderscheid in licht en zwaar, goed en fout, wij en zij, normaal en abnormaal. We begrenzen, organiseren en handelen naar beste weten, totdat –vaak zonder dat we dat echt willen of in de gaten hebben- er mensen buiten de boot vallen. We zien opeens een wereld buiten ons eigen ‘goed en normaal’. Onze vanzelfsprekendheid is weg. Dan is er een noodkreet en horen we anderen en onszelf zeggen: “Als jij niets (extra’s) doet, ben ik buitengesloten en kunnen we niets samen doen.”
Ik vraag heling ‘tot het hoogste Goed’.